Stichting Waterschapserfgoed

Windmotor De Lauwers

Sarabos 13 (nabij)
9873 TH Gerkesklooster
Niet toegankelijk via openbare weg
Het waterschap De Twee Provinciën omvatte bij oprichting in 1918 230 ha. op het grondgebied van de gemeenten Achtkarspelen (provincie Friesland), Grotegast en Grijpskerk (provincie Groningen). Deze naar Amerikaans model ontstane windmolen van het type Hercules Metallicus, uit Duitsland geïmporteerd door de Rotterdamse handelsmaatschappij R.S. Stokvis & Zonen, werd in 1923 geplaatst. De molen bemaalde de hele polder en sloeg het water uit op de Lauwers. In 1991 werd de molen gerenoveerd.
Deze Amerikaanse windmotor is van cultuurhistorisch en industrieel -archeologisch belang:
  • voor de geschiedenis van de industriële archeologie, in het bijzonder van de windmotoren;
  • vanwege de ontwikkeling van de bemalingstechniek naar Amerikaans model;
  • vanwege zijn rol voor het ontstaan en de bemalingsgeschiedenis van het voormalige waterschap De Twee Provinciën
  • vanwege de hoge mate van gaafheid;
  • vanwege zijn landschappelijke betekenis als markant herkenningspunt langs de Lauwers in het open weidelandschap ten noorden van Gerkesklooster/Stroobos;
  • vanwege de hoge mate van zeldzaamheid in de gemeente Achtkarspelen en de regio de Friese Wouden.

De 18 meter hoge Amerikaanse windmotor op een molenwerf in het open weidelandschap van het voormalige waterschap De Twee Provinciën is een dominant herkenningspunt ten noordoosten van Gerkesklooster. De molen is gelegen aan de Lauwers waarin het overtollige waterbezwaar uitgeslagen wordt. De naar Amerikaans model ontstane windmolen van het type Hercules Metallicus, uit Duitsland geïmporteerd door de Rotterdamse handelsmaatschappij R.S. Stokvis & Zonen, werd 1923 alhier door de fa. Koelstra en Dolk geplaatst.

De toren met windrad staat op een onderbouw. Dit zogenaamde molenhuis is opgetrokken uit gesinterde rode bakstenen, met een stroomlaag als gevelafsluiting. In de onderbouw zitten vier recente houten getoogde kruisvensters. De opgeklampte houten rondboogdeur is vernieuwd. Het molenhuis is gedekt met een platte betonnen dekplaat waarvan het overstek is geprofileerd en aan de onderzijde op regelmatige afstand is voorzien van geprofileerde consoles. De stalen toren staat op de betonplaat en heeft een ladder en een houten platform. Het windrad heeft een vlucht van 11 meter en telt 30 gegalvaniseerde ijzeren bladen. De molen is voorzien van twee vanen: een hoofdvaan en een zijvaan. De eerste dient voor de zelfregeling naar windrichting, de tweede voor de zelfregeling naar windsterkte. De inlaat is voorzien van een ijzeren krooshek, met daarachter een ijzeren vijzel. De uitstort bestaat uit een betonnen vloer met gemetselde muurtjes.