Stichting Waterschapserfgoed

Strieperdijk - Terschelling

Striep 7 (nabij)
8892 HA Seerijp
De Strieperdijk was onderdeel van de polderdijk (de ‘Zuiderdykagie’) en is aangelegd in het midden van de 16de eeuw. De Strieperdijk is een wierdijk: een aarden dijk die aan de zeezijde bekleed is met groot zeegras. Zeegras vormt onder druk een harde massa en werd daarom gebruikt voor dijkaanleg. De oude wierdijk is verschillende keren doorgebroken, o.a. in 1665, 1717 en voor het laatst in 1825.
De Amsterdamse grondbezitter en huidenkoper Nicolaes Pont kocht in 1650 ten zuiden van het gehucht Striep een huis met tuin, met recht op een naastgelegen wiel. Dit wiel werd later naar hem genoemd: de Ponswiel. Waarschijnlijk is dit wiel een overblijfsel van meerdere dijkdoorbraken. In 1927 werd de diepte gemeten: de wiel was toen 7 meter diep.

Voor de Strieperdijk lag een groot stuk buitendijks land. Dat werd in 1603 bedijkt. Zo ontstond de Polder het Nieuwland, die ook wel Strieperpolder genoemd wordt. In 1651 werd de zomerdijk daar vervangen door een zwaardere winterdijk. Maar omdat ook deze dijk regelmatig doorbrak, werd de polder in 1688 weer prijsgegeven. Het Nieuwland werd toen weer een kwelder. De kerkvoogden van Oost-Terschelling verhuurden het gebied daarna als weiland. In 1858 werd het Nieuwland opnieuw, en nu definitief, bedijkt.

Na 1858 heeft de Strieperdijk nog een tijd dienst gedaan als slaperdijk. Deze functie is in 2003 verdwenen, na de uitvoering van dijkverbeteringwerken. De dijk en de wiel hebben nu alleen nog cultuurhistorische waarde. Beide zijn eeuwenoud en herinneren aan de vroegere bedijking van het poldergebied en de vele dijkdoorbraken.
Landkaart 1810-1811
Links de Strieperdijk met Pontswiel
2013, aanleg verschillende soorten steenbekleding
2013, aanleg verschillende soorten steenbekleding
2013, aanleg verschillende soorten steenbekleding
2013, aanleg verschillende soorten steenbekleding