Stichting Waterschapserfgoed

Gedenkteken Stenen Man

Westerzeedijk 15 (tegenover)
8862 PK Harlingen
De Stenen Man (Stiennen Man in het Fries) is een standbeeld op de Westerzeedijk bij Harlingen. Na de Allerheiligenvloed op 1 november 1570 was een groot deel van de dijken rondom Harlingen beschadigd. De toenmalige stadhouder van Friesland, Caspar de Robles kreeg de Friezen op één lijn om de dijken te herstellen.
De Robles' commissie stelde een leger van 3300 dokwerkers samen, verdeeld in ploegen van 300 man onder leiding van een kapitein. Men werkte van 's morgens 5 tot 's avonds 6 aan de vernieuwing van de dijk en daarbij werden strenge bepalingen in acht genomen. Volgens oude bronnen wordt beweerd dat er zelfs een galg op de dijk stond tot bedreiging van de onwilligen. De dijk werd met palen in vakken verdeeld. Het bestuur van de 'Vijf Delen' besloot op 18 juli 1575 tot de volgende verdeling: De Robles kreeg voor zijn werk fl 1400,-, de president van het Hof van Friesland fl 352,-, de gecommitteerden elk fl 675,-. Tevens werd er door de Harlingers besloten dat er op de dijk een Terminus (grens, eindpunt) op een voetstuk van 12.000 tichelstenen gezet moest worden. In 1575 werd de dijk voltooid en daarbij werd deze in twee gelijken delen verdeeld, waarvan het gedeelte ten noorden van Harlingen door de binnendijkers en dat ten zuiden van de stad door de buitendijkers moest worden onderhouden. In 1576 is het monument op de zeedijk bij Harlingen neergezet, met een kop naar het zuiden en een kop naar het noorden. De originele Januskop uit 1576 ligt in het Fries Museum.

Op de zuidkant van het beeld staat: In de jare MDLXXV is den dyck in twee deelen ghescheyden. Blyven het zuyderdeel den buytendyksteren van de wekken alsdoen ghedeputeerden syn gewest Thomas Hiddesz ende Sieke Claes Hopluyden, Hette van Dekema, Hero Oekinga, Ulbe Hiddema, Wytse van Camminga, Doytse Bonga, Gerrit Abbes ende Lolle van Oekinga.

Op de noordkant van het beeld staat: In de jare 1574 is dese dyck onderlecht wesende dyckgraaf Ryvert van Roorda ende Ghedeputeerde binnedyck Frederyck van Offenhuysen met Syerk Syereksz Hopluyden tot het oprnaken van den dyck te noorden, Tiete van Camrninga substituyt des Heeren Stadtholders, Hessel van Ha- nya, Edo van Gerbranda ende Hans van Roorda.

In de volksmond kreeg het beeld de functie van ooievaar. Toekomstige moeders maakten er een gewoonte van om hun kinderen even kwijt te zijn, ze naar de zeedijk te sturen, met de boodschap erbij, als ze driemaal om de Stenen Man heen zouden lopen er gauw een broertje of zusje bij zou komen. Later werd deze aardigheid een traditie. Het beeld is meerdere malen in de geschiedenis gerenoveerd en tegenwoordig nog steeds te bezichtigen.

Bron: Wikipedia

Lees ook:
Een nieuwe kijk op Capars dijk [Kees Draaisma, It Beaken jiergong 79 - 2017)
Hoe herdenken we Caspar de Robles in 2026? De hardnekkighed van wetenschappelijke consensus [Kees Draaisma, It Beaken jiergong 81 - 2019)

Beide documenten zijn met toestemming van de auteur en de Fryske Akdemy op deze website geplaatst.